Van huisgemeente tot wereldkerk
De eerste drie eeuwen christendom
Dr.G.J.D. Aalders
Uitgeverij Kok, Kampen, 1976
De beweging van de christenen wordt in het Romeinse wereldrijk bij haar ontstaan met wantrouwen, zelfs met
felle vervolging begroet. Enkele eeuwen later zit in datzelfde rijk de kerk op bijna één stoel
met de machthebbers. De beweging heeft dan ook een deel van haar elan verloren: er is een begin van
secularisatie (verwereldlijking).
De auteur, classicus en oud-rector van het Christelijk Lyceum te Arnhem, schetst de verhouding tussen kerk
en staat in die eerste eeuwen; hij gaat in op de aparte positie van de christenen t.o.v. de offerdienst aan
de keizers; hij geeft een beschrijving van christenen als dienstweigeraars, christenen als getuigen en de
procedure met de afvallige christenen, die wilden terugkeren in de gemeente.
In de Epiloog schrijft hij: "Er is één ding dat bijzonder opvalt bij de oude christenen.
Altijd weer, in welke situatie ook, wordt met nadruk gesteld: wij zijn niet van deze wereld."
Opvallend is ook dat de oudste christenen sterk pacifistisch dachten en dat het loslaten van die gedachte
volgens de auteur wel eens mede oorzaak kan zijn geweest van het heulen van de kerk met de wereldlijke macht.
Dat maakt dit boek tot een actuele publikatie, die niet alleen historici, maar ook alle mondige christenen
tot nadenken inspireert.
(Bovenstaande tekst komt van de achterkant van het boek)